Productenrekening 2018

Onderwijs en Jeugd

Wat hebben wij bereikt?

Voorkomen voortijdig schoolverlaten
De Regionaal Meld- en Coördinatie (RMC) regio Noord- en Midden-Limburg scoort met een percentage van 1,55%  verzuim (2016-2017) onder het landelijke gemiddelde. De gemeente Venlo scoort 2.041% verzuim (2016 =1.89%). Hoewel het aandeel binnen onze gemeente boven het landelijk gemiddelde ligt, is het aantal voortijdig schoolverlaters in de afgelopen jaren afgenomen. De kern van de aanpak is de intensieve samenwerking (gezamenlijke aanpak) tussen onderwijsbesturen, scholen en gemeente middels leerplicht- en RMC-consulenten.

2014-20115

2015-2016

2016-2017

dln

vsv

vsv%

Dln

vsv

vsv%

Dln

vsv

vsv%

Venlo

7405

163

2,20

7350

139

1.89

7419

151

2.04

De gemeente Venlo blijft zich nadrukkelijk inzetten voor een verdere verlaging van het aantal voortijdig schoolverlaters.

Een verdere verlaging van het % VSV vereist dat er nog meer wordt ingezet op een 1:1 aanpak en samenwerking tussen de beleidsdomeinen onderwijs-jeugdhulp-participatie. De individuele VSV en leerplicht casussen worden zwaarder en complexer.
De rol van het RMC en de contactgemeente (Venlo) is verder uitgebreid. De vroegtijdige school verlaten (VSV) opgave is door het Rijk uitgebreid met: het creëren van een sluitend vangnet voor "kwetsbare" jongeren. Dit betreft jongeren binnen het VSO, Pro, entree onderwijs en oud vroegtijdig schoolverlaters. Het gaat hierbij om jongeren waarvoor het behalen van een startkwalificatie niet haalbaar is. Doel is mede zoveel als mogelijk jongeren richting (passende) arbeid of vervolgopleiding te brengen, waarbij aandacht is voor het blijven ontwikkelen van aanwezige talenten van jongeren.
Om te komen tot een integrale en effectieve aanpak en samenwerking, wordt vanuit de RMC  taak eraan gewerkt  om bestaande programma’s en plannen; vanuit RMC-VSV-aanpak en vanuit beleidsvelden (jeugd), wmo en  arbeidsparticipatie en verder de  wijze van aanbod arbeidsmatige dagbesteding met elkaar te verbinden.

Opvallend is dat de leeftijd van  jongeren welke zich melden bij de gemeente  voor ondersteuning, of overgaan naar een andere vorm van onderwijs, verder daalt, dit  komt mede voort uit het “beleid” van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs om sober om te gaan met toelaatbaarheidsverklaringen (basis is tot 18 jaar), dit terwijl jongeren feitelijk tot 20 jaar onderwijs binnen VSO zouden kunnen volgen.

Peuteropvang/VVE
In 2018 is de kwaliteit van peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) verder verbeterd met de inzet van de geoormerkte rijksmiddelen voor het Gemeentelijk Onderwijs Achterstanden Beleid (GOAB).   

Met ingang van 1 januari 2018 is  de wet Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in werking getreden. Dit betekent dat alle peuterspeelzalen nu kinderdagverblijven zijn. Ouders van wie de kinderen naar de peuteropvang (kinderopvang 2-4 jarigen) gaan, kunnen nu  aanspraak maken  op kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. De gemeente moet peuteropvang  bekostigen voor de peuters waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Aansluitend bij de systematiek van de inkomensafhankelijke bijdrage van de belastingdienst, hebben we ervoor gekozen om ook een inkomens afhankelijke bijdrage te vragen aan ouders zonder kinderopvangtoeslag.  Hierbij hanteren we de VNG-adviestabel.

De gemeente blijft daarnaast verantwoordelijk  voor de voorschoolse educatie   voor de peuters met een VVE-indicatie. Deze zogenaamde doelgroep-peuters met (risico op) taal en/of ontwikkelingsachterstand krijgen extra ondersteuning op een VVE-gecertificeerde  kinderopvanglocatie en dit loopt door in de groepen 1 en 2 van het primair onderwijs.

In 2018 is het aantal kinderopvanglocaties met een VVE-aanbod verder gegroeid. Zo hebben we een dekkend netwerk van VVE in Venlo en hebben ouders de mogelijkheid om te kiezen waar ze hun peuter willen plaatsen.

Passend onderwijs
Ieder kind heeft het recht om te leren, om zich optimaal te ontwikkelen en om volwaardig mee te doen (Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, Salamanca). Desondanks is het niet voor ieder kind in Nederland vanzelfsprekend om mee te kunnen doen en zich te ontwikkelen. Een sterke verbinding tussen onderwijs en (jeugd)zorg is in sommige gevallen noodzakelijk om kinderen optimale passende ontwikkelkansen te bieden.De Wet Passend Onderwijs ingevoerd heeft als doel ieder kind een plek te geven op een school, die past bij de eigen kwaliteiten en mogelijkheden.
Passend onderwijs betekent dat het onderwijs voor iedere leerling passend is bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Het is de ambitie van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs om binnen het regulier onderwijs, (primair- en voortgezet onderwijs) en waar nodig in het speciaal (basis) onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich zoveel als mogelijk in een thuisnabije omgeving optimaal kan ontwikkelen.
In het jaar 2018 zijn de gemeenten in Noord-Limburg en de samenwerkings-verbanden PO en VO een samenwerkingsagenda overeengekomen. Dit om nog beter samen te werken om gestelde ambities te realiseren.
De agenda betreft diverse thema’s die in het jaar 2019 worden opgepakt.

De positieve uitkomsten van passend onderwijs zullen uiteindelijk zichtbaar moeten worden in de volgende maatschappelijke resultaten:

  • Meer jongeren behalen een startkwalificatie; voor jongeren waarvoor het behalen van een startkwalificatie niet haalbaar is wordt een passend vervolg gevonden (passende arbeid, passende dagbesteding)
  • Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen naar vermogen uit (passende) arbeid;
  • Meer jongeren participeren zoveel als mogelijk zelfstandig actief in de samenleving.

Deze uitkomsten zijn alleen haalbaar als gemeente, onderwijs en ouders/verzorgers blijven investeren in een sluitend systeem voor passende ondersteuning voor jeugdigen. Hiervoor hebben het Voortgezet Speciaal Onderwijs/Praktijkonderwijs en gemeente Venlo afspraken gemaakt om jongeren zoveel als mogelijk vanuit school richting arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen te brengen. Daarbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande netwerken.

Blijvende aandachtsgebieden zijn:

  • Het verbeteren van het zogenoemde ondersteuningsprofiel van het reguliere onderwijs. De basisondersteuning van het reguliere onderwijs dient nog te worden vergroot om de doelstelling vanuit passend onderwijs te kunnen waarmaken;
  • Het heroverwegen van de governance structuur van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs, primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Hiervoor zijn onder ander de financiële uitdagingen van deze samenwerkingsverbanden in beeld gebracht. Deze zouden de geformuleerde ambitie in de toekomst niet negatief mogen beïnvloeden;
  • Het op overeenstemming gericht overleg tussen het onderwijs en gemeenten werkt. Bij het uitvoeren  van de voormalige decentralisatieopgaven en het realiseren van de doelstellingen vanuit Passend Onderwijs vragen de verbindingen tussen het onderwijs, de aanbieders van jeugdzorg en de gemeente aandacht.

Indicator

JR 2017

JR 2018

2018

2019

2020

2021

Aandeel 20-29 jarigen met minimaal afgeronde opleiding op HAVO/VWO/MBO niveau

89,10

Over 2016 zijn geen gegevens beschikbaar uit de stadspeiling. waar is de ambitie?

Indicator

JR 2017

JR 2018

2018

2019

2020

2021

Schaalscore van de inwoners voor de mate waarin men de afgelopen 12 maanden actief is geweest mbt het volgen van nieuws/documentaires en het lezen van de krant of informatieve boeken of artikelen in andere media (permanente ontwikkeling)

6,90

Over 2016 zijn geen gegevens beschikbaar uit de stadspeiling. waar is de ambitie?

Indicator

JR 2017

JR 2018

2018

2019

2020

2021

Bereik VVE-voorziening voor doelgroep (kinderen met VVE-indicatie)

90,00

90,00

90,00

90,00

Het streven is dat 90% van de VVE-doelgroep ook daadwerkelijk een VVE- locatie (peuterspeelzaal of kinderdag verblijf) bezoekt voor 10 uur per week.

ga terug