De tactische doelstelling: de (meerjaren)begroting is voldoende wendbaar om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. De overige belastingen is een inkomstenbron voor de gemeente die een bijdrage levert aan deze doelstelling. Het gemeentebestuur bepaalt zelf wat de hoogte van deze belastingen is.
Indicator | JR 2017 | JR 2018 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Structurele exploitatieruimte (conform BBV) | -5,30 | 0,40 | -3,40 | 1,20 | 1,30 | 1,40 | ||||
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Hierbij wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Over het algemeen geldt dus als richtlijn: hoeveel te hoger het kengetal structurele exploitatieruimte, hoeveel te gunstiger dit is voor de gemeente. De streefwaarde bedraagt >=0%. | ||||||||||
Indicator | JR 2017 | JR 2018 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omvang kapitaallastenplafond | ||||||||||
Deze indicator heeft betrekking op de omvang van het plafond van de kapitaallasten uitgedrukt in euro's (x 1.000). Het totaal aan rente en afschrijvingen (kapitaallasten) in de begroting mogen niet hoger zijn dan het vastgestelde plafond. | ||||||||||